Bijeenkomst 'Gekaapt door het kapitaal' met Mirjam de Rijk

09-10-2024

Naar aanleiding van het boek van Mirjam de Rijk over de toenemende rol van kapitaal in de samenleving organiseerde het WB op 24 september een bijeenkomst in de Burcht.

De Rijk presenteerde aan het begin van de bijeenkomst de belangrijkste bevindingen van haar boek. Ze vertelde hoe investeerders de afgelopen decennia steeds meer organisaties opgekocht hebben in de private, maar ook publiek gefinancierde sectoren als het onderwijs, de zorg, de kinderopvang en volkshuisvestiging. De marges in deze sectoren zijn vaak klein, dus de winst voor de investeerders komt door de doorverkoop van de instellingen, afsplitsing en gedeeltelijke verzelfstandiging van delen van de instelling. Zij kunnen ook geld verdienen door het verkopen van bezit als het vastgoed van de instelling en cherrypicking; het uitkiezen van de meest rendabele klanten.
De investeerders verdienen dus voornamelijk geld door het onttrekken van het geld aan de instelling, niet uit het verbeteren van de dienst. Dit heeft belangrijke nadelige gevolgen voor de samenleving. Opkopende partijen missen ‘hart voor de zaak’, en de opgekochte diensten gaan steeds meer handelen naar commerciële waarden.
Tijdens de bijeenkomst stonden de effecten op werkenden en de rol van de vakbonden centraal. Want ook voor werkenden heeft dit belangrijke nadelige gevolgen. De koop en verkoop van instellingen zorgen verder voor veel onrust en onzekerheid bij de werknemers. En door de onttrekking van kapitaal uit de instelling blijft er steeds minder over voor de werknemers. 

Aan het einde van de inleiding gaf De Rijk een aantal suggesties waarmee de vakbeweging de rol van kapitaal in de samenleving kan doen verminderen. Dit kan bijvoorbeeld via ondernemingsraden, want deze hebben meer macht dan vaak wordt verondersteld. Zo kunnen deze negatief advies geven bij dreigende overnames. Zij kunnen ook eisen dat de overnemende partij dezelfde ‘core business’ heeft zodat dat het niet wordt overgenomen door een bedrijf die totaal niet geïnteresseerd is in de dienst of product, maar slechts in snel rendement. Werknemers kunnen ook meer financiële transparantie eisen van de instelling, maar dit vergt wel  dat kaderleden veel van financiën weten. Ook zou de vakbeweging zich vaker tegen landelijk wetgeving, aan kunnen bemoeien, wetgeving die invloed heeft op de zeggenschap binnen bedrijven of op de financiën.  
De Rijk sloot de inleiding af met de rol die de vakbond kan spelen in het publieke debat, bijvoorbeeld door te komen met een eigen visie op de publieke sector en de financiering hiervan. Ook heeft de vakbeweging natuurlijk veel zeggenschap in pensioenfondsen, die een gedeelte van hun kapitaal beleggen in private equity. Soms ondermijnen de activiteiten van private equitybedrijven rechtstreeks het vakbondsbelang.
Hendrik Noten (FNV), werkzaam bij het projectteam ‘Kapitaalagenda’, sprak waardering uit voor het boek herkende een hoop van de ontwikkelingen. Ook hij ziet in hun onderzoek dat het meeste kapitaal maar in beperkte handen is. Want als het bedrijfsleven meer winst maakt dan ooit, en huishoudens er alleen op vooruitgaat door meer te uren te werken, wordt de samenleving alleen maar ongelijker. Noten ziet dat in veel van de gevallen zowel de afnemers en werkenden van publieke diensten de nadelen van de groeiende rol van kapitaal raken, hij vindt het perspectief waarbij deze een alliantie vormen een inspirerende suggestie.
Thijs Roovers (AOb), voorzitter bij de onderwijsbond, stelde in zijn reactie dat naar zijn inzicht publieke instellingen ook publiek gefinancierd moeten worden. Roovers is voormalig basisschoolleraar heeft hij veel ervaring met marktwerking in het onderwijs. Ook de afgelopen heeft hij in de praktijk ervaren hoe steeds meer commerciële partijen zich in het en rondom het onderwijs vestigen. In zijn reactie gaf hij het voorbeeld van Cito dat op scholen reclame maakt voor de commerciële aanbieder Squla: een voorbeeld van hoe commerciële partijen zich in toenemende mate in de publieke sfeer begeven. De private bijlesindustrie heeft een toenemende rol in het onderwijs, terwijl de leerlingen die dit het meest nodig hebben het niet kunnen betalen. En ook de toename van het aantal Zzp’ers op scholen ondermijnt de solidariteit tussen werkenden en zijn bovendien twee keer zo duur als normale leerkrachten. Roovers sloot af met een aantal suggesties, zo vindt hij het van groot belang dat de vakbeweging zich tegen deze ontwikkelen uitspreekt, bijvoorbeeld in de onderwijscommissie. Op het gebied van bijles en zzp’ers is bovendien een hoop bewustwording nodig.

Het tweede gedeelte van de bijeenkomst stond in het teken van discussie met de sprekers en de zaal. Hier merkte een vakbondsbestuurder op dat deze ook in de praktijk veel ondernemingsraden tegenkomt die onvoldoende hun machtsmiddelen benutten. Voor de vakbeweging is het dan ook van belang om ondernemingsraden te ondersteunen met trainingen over wat allemaal mogelijk is. Hoe moeilijk dit in de praktijk blijkt, lichtte een kaderlid toe. Deze deelde de ervaring van een overnamepoging in het bedrijf. De kadergroep had geprobeerd deze tegen te houden, maar slaagde daar niet in.
Aan het eind van de discussie werd geconcludeerd dat het thema de discussie over de oude ‘brede of smalle vakbeweging’ overstijgt: de groeiende rol van kapitaal fragmenteert aan de ene kant de werkvloer, terwijl het aan de andere kant de positie van kapitaal sterker maakt. De ontwikkeling raakt daarom de organisatie van vakbonden in de kern. 

Top